Belgische krielen

   

Herkomst: België. Vanaf 1909 door teeltkeuze ontstaan uit een populair en in een groot deel van West-Europa algemeen verspreid krielhoen.

Algemene indruk: Klein oorspronkelijk krielhoen, dat in zijn algemeen voorkomen veel doet denken aan de Hollandse kriel; tamelijk kort en gedrongen van bouw, nauwelijks middelhoog gesteld en kleine kopversierselen. De bevedering is vol, glad aanliggend en gaat vergezeld van goed ontwikkelde sierveren.

Vormbeschrijving

Romp

 

Kop

 

Kam

 

 

Snavel

Kinlellen

Oorlellen

Ogen

Hals

 

 

Rug &

 

Zadel

 

Borst

Vleugels

 

 

 

Schouders

Staart

 

 

 

Achterlijf

Dijen

 

Loopbenen

Tenen

Bevedering

Gedrongen, breed, naar achteren smaller wordend; met van voren opgerichte houding zonder dat het lichaam zelf de indruk geeft naar achteren te hellen.

Naar verhouding vrij klein met een ronde brede schedel; gezicht helderrrood, vrij spaarzaam bedekt met haarachtige veertjes.

Enkel, vrij klein, regelmatig getand, vijf kampunten, recht en rechtop, fijn van weefsel, helderrood, de kamhiel loopt iets op naar achteren, aan de onderzijde maar weinig van de horizontale lijn afwijkend.

Vrij kort, sterk, enigszins gebogen aan de punt; donker hoornkleurig.

Nauwelijks middelgroot, vrij kort, fraai gerond; helderrood.

Betrekkelijk klein,vlak, langwerpig rond tot breed amandelvormig; helderrood.

Vrij goot, levendig van uitdrukking; oranjerood tot roodbruin.

Vrij kort, fraai naar achteren gebogen, naar boven dunner wordend, voorzien van rijk ontwikkeld halsbehang, reikend tot op rug en schouders en de hals van voren zoveel mogelijk omsluitend.

Zere kort, iets aflopend naar achteren en in een kortronde holle lijn oplopend naar de staart zonder scherpe of hoekige overgang;

zadel kort, breed en ruim voorzien van vrij lange zadelbehangveren welke goed aansluiten bij de staartdekveren.

Middelhoog en goed naar voren gedragen, vol, breed en gerond.

Naar verhouding middelgroot en middellang, gerond aan het einde, schuin achterwaarts naar beneden gericht zonder de grond te raken; goed aangetrokken aan het lichaam, zodat de vleugeleinden elkaar onder het lichaam dicht naderen.

Breed.

Opgericht tot enigszins hoog en gespreid gedragen, naar verhouding groot, vol bevederd, voorzien van flink geboren en goed ontwikkelde, iets spits toelopende sikkelveren en goed ontwikkelde staartdekveren. De staartstuur-veren moeten van behoorlijke lengte \ijn en goed gespreid staan.

Gesloten met matige donsontwikkeling, schuilgaande onder de vleugels.

Kort, goed uit elkaar geplaatst en van voren gezien vrijwel evenwijdig aan elkaar staande.

Loopbenen vrij kort, onbevederd, fijn geschubd; leiblauw.

Vier middellange tenen; leiblauw.

Vol ontwikkeld met rijke sierbevedering, doch iets krappe donspartij.

 

Eventuele verschillen tussen haan en hen

Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis.

Ernstige fouten

Lange, smalle bouw; teveel aflopende lichaamshouding; te grote kam; te hoge beenstelling; te krappe bevedering; te grote oorlellen, wit in het gezicht bij jonge hanen; afwijkende beenkleur.

Bovendien bij de hen: niet naar voren gedragen borst; te lange rug en te korte staart.

Fouten

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.

Gewicht

Ringenmaat

Haan: 550 – 650 gram

Haan:  11 mm

Hen: 500 – 550 gram

Hen: 10 mm

Kleurslagen:

Patrijs: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleurbeschrijving, met dien verstande, dat bij de haan de kleur van hals- en zadelbehang donkerder wordt verlangd en bij de hen de patrijsbruine grondkleur iets dieper van kleur.

Zilverpatrijs: Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 5 van de Alg. Kleurbeschrijving. 

Waasse krielen

   

Herkomst: De Waasse kriel is een rozenkammige variant van de Belgische kriel. Waarschijnlijk ontstaan in het land van Waas.

Algemene indruk: In algemeen voorkomen, kenmerken, standaardgewicht en ringenmaat overeenkomstig de Belgische kriel.

Vormbeschrijving van haan en hen

Zoals omschreven bij de Belgische krielen.

Kamvorm: rozenkam. In verhouding groot, voorzien van flink kamwerk. Aan de vorm van de kamdoorn, die niet de neklijn vormt, worden geen hoge eisen gesteld.

Ernstige fouten en fouten

Zoals omschreven bij de Belgische krielen.

Kleurslagen

Alle erkende kleurslagen, zoals aangegeven bij de Belgische krielen.

c 01-17

speciaalclub

overzicht kippenrassen

Fokkers Frisia