Frankische Schildduif

c 02-17

D 449

Land van oorsprong: Duitsland, Franken.

Algemeen voorkomen: Krachtig veldduiventype met bijna horizontale houding.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

Oogranden

Snavel

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Krachtig veldduiftype.

Middelhoog; bijna horizontale houding.

Goed gewelfd, afgerond, ongekapt.

Donker.

Dubbelrijig, vuurrood.

Middellang, vleeskleurig, goed doorbloed.

Glad.

Middellang, slank.

Diep uitgesneden.

Vol en gerond.

Licht afhellend.

Lang, vleugeldracht normaal.

Staartdracht normaal.

Middellang.

Strak aanliggend. Goed ontwikkelde vetschachten.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, blauw ongeband, blauwzilver ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband; geelzilver geband;

Ø  Blauw-, roodzilver-, blauwzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Blauw witgeband.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Door de vetschachten zijn de lakkleuren buitengewoon intensief en glansrijk, ook de blaue en zilvers donkerder dan normaal, de witte banden met een smalle zwarte bandzoom. Zwart-, rood en geel moeten doorgekleurde slagpennen en ondervleugels hebben. Grondkleur wit; de vleugelschilden, inclusief aan beide zijden 4 duimveren gekleurd. Aan elke vleugel 8 – 10 aaneengesloten buitenste slagpennen wit.

Fouten:

Klein lichaam; te zwakke of aangelopen snavel; bleke of grove oogranden; ontbrekende vet-schachten; matte kleur; minder dan 8 of meer dan 10 witte pennen aan elke vleugel; ontbreken van slagpennen, ontbrekende of meer dan in totaal 1 witte duimveer; gekleurde flanken of dijen; bij de lakkleuren matte ondervleugels of wit in de ondervleugels.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Grootte

ü  Kleur en tekening

ü  Kopvorm en oogranden

ü  Snavel

Ringmaat:

speciaalclub

duivenrassen

kleurduiven