I.

Grauwe gans wildkleur

c 03-17 

 

 

Kleur en tekening van gent en gans
Kop: grijsbruin.
Snavel: oranjegeel; snavelnagel: licht hoornkleurig.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart; oogranden: oranje.
Hals: voorzijde lichtgrijs, achterzijde donker bruingrijs welke kleur naar de rug toe iets lichter wordt.
Rug: donker bruinachtig grijs met smalle grijswitte zoom om elke veer.
Vleugels: boeg, boog en vleugeldekveren: gelijk aan de rugveren.

Grote slagpennen: donkergrijs.
Kleine slagpennen: donkerder grijs dan de grote slagpennen, de buitenvaan is voorzien van een smalle lichtgrijze zoom.
Staart: wit, voor het einde van de staartstuurveren een brede grijze band.
Borst: licht bruingrijs.
Flanken: donker grijsbruin met smalle lichtgrijze zoming.
Buik: licht bruingrijs, naar de staart toe vrijwel wit. Dit wit strekt zich uit tot en rond de staart.
Zijkanten van de buik: grijsachtig wit.
Dijen: lichtgrijs.
Poten: oranjerood.

 

Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: afwijkende kleur; afwijkende zoomkleur; onscherpe begrenzing van de gezoomde veren; te bleke snavel- en pootkleur.

Noot: Het jeugdkleed vertoont een bredere lichte zoom aan rug- en vleugelveren.