Amsterdamse Hoogvlieger |
||||
c 06-19 |
SBI: NL / 1009 |
|||
Land van oorsprong: Nederland. Algemeen voorkomen: Kleine vliegduif; middelhoge stand, actieve, bijna horizontale houding. Raskenmerken: |
||||
Type Stand Kop Ogen Oogranden Snavel Neusdoppen Keel Hals Borst Rug Vleugels Staart Benen Bevedering |
Kleine vliegduif. Middelhoge stand, actieve, bijna horizontale houding. Gerond, naar de kanten gevuld, zonder overvulling in de voorkop. Midden in de kop, kleine pupil, iris parelkleurig; iets rood is toegestaan. Smal; bleek. Middellang; vrijwel horizontaal gedragen; vleeskleurig. Fijn. Goed uitgesneden. Middellang. Vrij smal, naar alle zijden goed gerond en opgetrokken gedragen. Vrij smal in de schouders. Vleugeldracht normaal. Middellang, staartdracht normaal. Middellang. Glad aanliggend. |
|||
Kleurslagen: Ø Rood schildgetijgerd; rood witstaart; geel witstaart |
||||
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Schildgetijgerd: een, op beide schilden gelijke, regelmatige tekening van witte veren is gewenst; hoe groter het oppervlak met regelmatige tekening hoe waardevoller de duif. |
||||
Fouten: Te brede borst; vlakke stand, dikke nek; platte kop, te rode ogen; rode oogranden, hangsnavel, sterk afwijkende kleur en tekening, losse bevedering. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Kop en snavel ü Kleur en tekening ü Ogen en oogranden ü Veerstructuur Ringmaat: 7 mm |
||||
speciaalclub |
||||