Chabo’s |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herkomst: Een zeer oud krielras, reeds meer dan 400 jaar in Europa. Waarschijnlijk hebben de Japanners hun krielen uit China ontvangen en zij hebben aan deze dwerghoenders een eigen type gegeven. Algemene indruk: De Chabo’s wijken in hun voorkomen sterk af van de andere hoenderrassen. Zij bestaan slechts in krielvorm. Het lichaam staat op een paar zeer kore poten, zodat de buik nauwelijks vrijkomt van de grond, terwijl de vleugeleinden de grond raken. Hun gang is schuifelend. De staart wordt zeer hoog gedragen, doch mag niet overgaan in een eekhoornstaart. Door de sterk achterwaarts gedragen hals raken staart en kam elkaar vaak bij de haantjes. De volle bevedering doet de dieren vaak groter lijken dan zij in werkelijkheid zijn. Vormbeschrijving |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Houding
Romp Kop
Kam
Snavel
Kinlellen
Oorlellen Ogen Hals
Rug & Zadel Borst Vleugels
Schouders Staart
Achterlijf Dijen Loopbenen Tenen
Bevedering |
Gedrongen, laag gesteld, borst goed afgerond, kop en hals tamelijk opgericht gedragen. Kort, diep en gedrongen. Achterdeel kort bevederd. Groot, breed, duidelijk gemarkeerd in de overgang naar de nek; gezicht glad, levendig rood. Enkel, naar verhouding groot, stevig aan de basis, kamtanden breed en regelmatig van vorm, grof van weefsel, levendig rood; bij de grootkammige soort is bij de haan de kam buiten verhouding groot, ongeveen 13 cm lang en 7cm hoog. Bij de hen tamelijk ontwikkeld, rechtopstaand of van achteren naar een zijde omvallend; bij de grootkammige soort ligt de kam dubbel gevouwen op de voorkop. Bij de zwartkoppige soort is de kam, evenals de andere kopversierselen, purperzwart. Kort, krachtig, licht gebogen, geel; bij de zwarte en nagenoeg zwarte kleurslagen is donkere aanslag op de snavel toegestaan. Vrij lang, afhangend, grof van weefsel, levendig rood. Bij de haan van de grootkammige soort een lengte van + 10 cm, in verhouding tot de kamgrootte. Groot, glad, ovaal, levendig rood. Bij de grootkammige sterk ontwikkeld. Levendig oranje tot donkerrood, bij de zwartkoppige bruinzwart. Kort, gedrongen, rijk bevederd, goed gebogen en ver naar achteren gedragen Zeer kort en breed, van terzijde gezien vertoont de rug de lijnen van een smalle U. Hals en staart vormen de lijnen van deze haarspeldvorm. Breed, vol en rond, diep en toch opgericht gedragen. Groot, breed en zo diep gedragen, dat de punten van de kleine slagpennen iets voorbij het einde van het lichaam de grond raken. Goed afgerond. Zeer groot in verhouding tot het lichaam, rechtop en enigszins gespreid gedragen; de staartstuurveren moeten flink boven de kam uitsteken, staartdekveren flink ontwikkeld. De staart mag aan de voorzijde iets door de loodlijn heenbuigen zonder over te gaan in een eekhoornstaart; overgang van rug naar staart goed gevuld. De sikkels zijn van behoorlijke lengte en slechts weinig gebogen. De bijsikkels buigen, naar mate zij het zadel naderen, geleidelijk iets meer; zij mogen niet te rijk en te lang zijn. Nogal diep. Benedendijen zeer kort en niet zichtbaar. Benen flink gebogen in het hielgewricht, loopbenen zeer kort, tamelijk dik, nauwelijks zichtbaar, geel; de 4 tenen vrij kort. Bij de zwarte of nagenoeg zwarte kleurslagen is een donkere aanslag op de loopbenen en tenen toegestaan, mits de voetzolen maar geel zijn. Vol, rijk, doch met matige donsontwikkeling. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eventuele verschillen tussen haan en hen Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis. Ernstige fouten Te hoge beenstelling, te lange rug, van voren te opgerichte houding of te diep naar voren gedoken lichaamshouding, veel te kleine kopversierselen, smalle of ondiepe borst, hoog gedragen vleugels. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Bij dehaan overhangende kam en te sterk gebogen sikkels.
Kleurslagen:
Ernstige fouten Onregelmatige en afwijkende kleur; zwart in de staart; wit in enig deel van het gevederte. Fouten Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend. Variëteiten Krulvederige Chabo’s De krulvederige Chabo’s komen in dezelfde kleurslagen voor als de gladvederige. De krulvederigheid, veroorzaakt door het terugwaarts krullen van de veren, dient zich uit te strekken tot het gehele gevederte, hoewel de grote en kleine slagpennen, zowel als de staartstuurveren niet in dezelfde mate gekruld behoeven te zijn als de contourveren. Zijdevederige Chabo’s De zijdevederige Chabo’s kunnen in dezelfde kleurslagen voorkomen als de gladvederige en zijn als zodanig erkend. Zijdevederigheid wordt veroorzaakt door onvoldoende ontwikkeld zijn van de weerhaken aan de veerbaarden, waardoor ze niet meer pakken in de vanen en er franjeachtig uitzien. Bolstaartige en kortstaartige Chabo’s In Japan bestaan nog Chabo’s met een korte staart. Hierbij is niet de gehele staart doch een gedeelte daarvan aanwezig, waaronder ook de staaartdekveren. Ook bestaan er bolstaart Chabo’s, bij welke variëteit het staartbeentje ontbreekt. Zij zijn erkend in alle erkende kleurslagen in dit ras. Variëteiten, die buiten Japan vrijwel niet voorkomen: Chabo’s met sleepstaart: deze krielen hebben geen staartstuurveren of deze zijn rudimentair aanwezig. Zwartkoppige Chabo’s: loopbenen, tenen en voetzolen zwart. Zij kunnen voorkomen onder alle hiervoor genoemde variëteiten. Bij Chabo’s met baard moet deze matig ontwikkeld zijn, juist voldoende om de kinlellen te bedekken. Noot In tegenstelling tot andere oorspronkelijke krielhoenderrassen worden de eisen voor gewicht en grootte minder streng gehanteerd. Kleinheid bij Chabo’s in het het algemeen, is niet een eerste eis. c 01-17 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
speciaalclub |
Fokkers Frisia |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||