WEST OF ENGLAND GANS

c 03-17

 

Herkomst:
Europa, voornamelijk in Engeland gefokt, is auto-sexend. Werd al vóór 1600 in Engeland gehouden. In Nederland in 2000 erkend.
Algemene indruk:
Middelgrote landgans met iets opgerichte houding, middelhoog gesteld. De gent en gans zijn niet gelijk van kleur.
Vormbeschrijving:
Romp: middellang, breed en goed gevuld, met een iets opgerichte houding.
Kop: slank met goed geronde schedelvorm.
Ogen: middelgroot, glanzend.
Snavel: middellang, recht, krachtig.
Hals: middellang, stevig en licht gebogen.
Rug: breed, licht gebogen en jets naar achteren aflopend.
Borst: breed en vol, goed gerond, iets naar voren gedragen.
Buik: goed gevuld, met dubbele, symmetrische buikwammen.
Vleugels: lang, de vleugelpunten gekruist over de staart.
Staart: middellang, goed gesloten en vrijwel horizontaal gedragen.
Dijen: goed ontwikkeld, vlezig, bijna geheel door de flankbevedering bedekt.
Poten: middellang, fijn doch krachtig.
Gevederte: strak en glad aanliggend.
Eventuele verschillen tussen gent en gans
De gent is zwaarder en groter van bouw; gent en gans zijn niet gelijk van kleur.


Gewicht: Gent: 7,5 — 9,0 kg. Gans: 6,5 — 8,0 kg.
Ringenmaat: Voor beide geslachten: 24 mm.
Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: te geringe grootte; te smalle bouw; ongelijke-, te diepe, de grond rakende buikwammen.


Kleurslagen:
Gent:
Wit: kleur zoals omschreven onder kleurfactor VI van de Algemene kleurbeschrijving.
Ogen: blauw.
Snavel: oranje.
Poten: oranje rose.
Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: geheel anders dan wit gekleurde veren; duidelijke tekening op rug en flanken.
Gans:
Bont: De anders dan wit gekleurde bevedering komt overeen zoals omschreven onder kleurfactor V van de Algemene kleurbeschrijving. Het tekeningpatroon wijkt daarvan af.
Kop: bij de snavelaanzet: wit, niet scherp afgetekend overgaande in grijsbruin.
Hals: grijsbruin, enigszins doormengd met witte veren, bij voorkeur in grijsbruine vlekken verdeeld, niet scherp begrensd met de witte bevedering van benedenhals en borst, symmetrisch verdeeld.
Rug: wit, midden op de rug voorzien van grijsbruine veren.
Vleugels: grote- en kleine slagpennen en grote vleugeldekveren: wit.
Schouder- en vleugeldekveren grijsbruin met witte zoom in een symmetrisch duidelijk herkenbaar patroon.
Staart: wit met grijsbruine veren in het midden.
Borst: wit.
Flanken: wit, dijbevedering grijsbruin met witte zoming.
Buik: wit.
Ogen: blauw.
Snavel: oranje.
Poten: oranje rose.
Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: te diep doorlopende, onvoldoende grijsbruine kleur van kop; te zware tot de rug doorlopende halstekening; anders dan witte grote slagpennen; overheersing van grijsbruin in de kleine slagpennen en staart; niet symmetrische bonttekening.
Noot: Bij oude ganzen neemt als regel het wit aan de kop in omvang toe. Dit mag, afhankelijk van de ernst, niet als fout aangemerkt worden.

speciaalclub

rassenoverzicht

Fokkers Frisia