Poolse Langsnavelige Tuimelaar

c 03-17

PL 802

Land van oorsprong: Polen

Algemeen voorkomen: Slank, hooggesteld, afhellende houding, lange horizontaal gedragen kop en lange snavel.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

 

 

Ogen

Oogranden

 

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

 

Bevedering

Slanke duif met horizontaal gedragen kop.

Hooggesteld; afhellende houding.

Langgerekt en smal, zonder hoeken of afplattingen. Voorhoofd goed gevuld, heel licht gewelfd en zo met de snavel een bijna rechte lijn vormend; achterhoofd kort, afgerond, de afronding beginnend achter het oog. Van boven gezien zuivere wig-vormig, aan de achterzijde vloeiend afgerond.

Iris melkwit, kleine pupil.

Eenrijig, tamelijk breed lijkend door de ruim omsluitende bevedering; bij de ijs-kleurige pruimenblauw tot blauwzwart, bij de parelkleurige licht en onopvallend.

Lang, krachtig aangezet, bijna horizontaal gedragen; bij de ijskleurige diepzwart, bij de parelkleurige hoornkleurig.

Fijn, de kopprofiellijn niet verstorend; zilvergrijs bepoederd.

Lang, slank, recht, licht naar voren gestrekt gedragen.

Goed uitgesneden.

Smal, hoog gedragen, niet vooruittredend.

Afhellend; smal, ook in de schouders.

Vast aanliggend, de boegen iets vooruit staand; verdere vleugeldracht normaal.

Niet te lang, goed gesloten; staartdracht normaal.

Tamelijk lang; duidelijk zichtbare dijen; nagels blank, bij gekleurde slagpennen overeenkomend met de snavelkleur.

Strak aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  IJskleurig zwartgeband, parelkleurig geband, ijskleurig gekrast en parelkleurig gekrast;

Ø  IJskleurig zwartgeband-, parelkleurig geband-, ijskleurig gekrast-, parelkleurig gekrastgeëksterd;

Ø  IJskleurig zwartgeband-, parelkleurig geband-, ijskleurig gekrast-, parelkleurig gekrastwitpen.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren zuiver.

IJskleurig heel licht zilvergrijs, vleugelbanden zwart; parelkleurig licht roomkleurig, vleugel-banden donker bruingrijs. Donskleur aan de hals donker, verder licht. Halskleur bij beide kleur-slagen met zilverglans. Staartkleur bij ijskleurig lichtgrijsblauw, bij parelkleurig donker crèmekleurig met niet te smalle zwarte respectievelijk donkere band en aan het veereinde een zilverkleurige zoom. De buitenvanen van de buitenste staartpennen licht. Vleugelbanden niet te breed en lang; krastekening regelmatig.

Geëksterde met witte rug en scherpe kleuraftekening.

Witpennen aan elke vleugel tenminste 7 aaneengesloten witte buitenste slagpenne.

Fouten:

Grof lichaam; te dikke hals; zwanenhals; keelwam; horizontale stand, te lage stand; brede of heel lange staart; niet-harmonische kopbelijning; druk, kneep, platte bovenkop, hoekige of te ronde achterkop; te dunne snavel, slechte snavelkleur; rood in de iris; slechte kleur oogranden; dubbele oogranden; te donkere of ongelijkmatige kleur; veel schimmel in staart of slagpennen; ongelijkmatige krastekening, staart- of vleugelbanden; groenglans in de hals; ernstige afwijkende tekening.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kop en snavel

ü  Ogen en oogranden

ü  Kleur en tekening

Ringmaat: 8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Fokkers Frisia