Nonduif (Engelse)

c 03-17

GB 896

Land van oorsprong: Nederland, veredeld in Engeland

Algemeen voorkomen: Middelgroot, compact, wigvormig; afhellende houding en brede, hoge schelpkap.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

 

Ogen

Oogranden

 

Snavel

 

Hals

Borst

Buik

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Middelgrote, compacte, wigvormige duif.

Afhellende houding.

Voorhoofd vol en gerond, niet te lang kopprofiel, schedel breed en vlek tot aan de kap. Kap hoog geplaatst, zeer breed en hoog, nagenoeg verticaal gedragen; kapstructuur vol en rijk met goed gesloten nekvulling (pakking).

Parelkleurige iris; niet uitspringend.

Smal, donker bij zwart, blauw en blauwzilver, bij dun lichtgrijs en bij rood en geel bleek tot vleeskleurig.

Bijna middellang, krachtig en goed gesloten, nagenoeg horizontaal gedragen. Snavelkleur conform de kleurslag.

Middellang en krachtig; vrijwel rechtop gedragen.

Zeer breed, vol gerond en vooruitspringend.

Kort en goed ontwikkeld.

Breed tussen de schouders, afhellend naar de staart.

Krachtig, breed en niet te lang, vleugeldracht normaal.

Kort, staartdracht normaal.

Vrij kort en stevig.

Glad aanliggend en zacht aanvoelend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, dun, geel, blauw, blauwzilver, bruinzilver, kakizilver en aszilver.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Bij blauw de slab lichtblauw. De kop gekleurd tot aan de binnenzijde van de kap. Binnenzijde kap wit. De grote gekleurde slab vanaf de aanzet van de kap op de wangen met een regelmatige ronding tot vrij diep op de voorzijde van de hals (Maximaal tot begin borstbeen). De staart, inclusief boven- en onderstaartdek en aan elke vleugel tenminste 7 aaneengesloten buitenste slagpennen gekleurd.

Fouten:

Te lang lichaam of staart, smalle borst; te vlakke stand; langwerpige of smalle kop; smalle, te korte, te laag aangezette of teveel achterover hellende kap; kaprozetten; afwijkende oogkleur; aangeslagen snavel bij rood en geel; te kleine slab; teveel naar de nek doorlopende slab; minder dan 7 gekleurde slagpennen; blauwe aanslag bij rode, rode aanslag bij blauwe en schimmel bij alle kleurslagen; witte kiel.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kop en kapstructuur

ü  Oogkleur en oogranden

ü  Kleur en tekening

Ringmaat: 8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Fokkers Frisia