Vedervoetige Eksterkropper

c 02-17

D 304

Land van oorsprong: Duitsland, Saksen en Thüringen.

Algemeen voorkomen: Groot, imposant, hoge stand, opgerichte houding en zware voetbevedering.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Ballon

Borst

Rug

 

Vleugels

 

Staart

Benen

 

 

Bevedering

Groot, imposant type.

Hoog; opgerichte houding.

Smal, middellang met gewelfd voorhoofd, goed geronde achterkop.

Donker.

Smal, fijn, vleeskleurig.

Middellang, sterk aan de basis; licht, bij zwart en blauw met donkere boven-snavel.

Goed ontwikkeld, maar niet grof.

Lang.

Tamelijk breed aangezet, grootste omvang aan de bovenkant.

Niet opvallend. Bij de overgang naar de krop is lichte taille gewenst.

Niet te breed tussen de schouders, naar de staart toe smaller wordend en sterk afhellend.

Niet te breed, maar lang; het staarteinde niet bereikend; de rug goed afdekkend; de punten elkaar rakend of licht kruisend.

Niet te breed.

Naar verhouding lang; in geen geval breed staand; dijen iets naar voren gebogen. Gierhakken vol, voetbevedering aan loopbeen en alle tenen goed ontwikkeld, gerond en gesloten.

Glad en strak aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, geel en blauw.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

De lakkleuren met veel glans, blauw gelijkmatig in de gebruikelijke kleur; kleuraftekeningen scherp en regelmatig.

Gekleurd zijn: de achterkop, hals, borst tot ca. 2 cm voor de dijen, schouders (hart), rug, staart met boven- en onderstaartdek (kiel) en een breed boven de neusdoppen aangezette snip, die bij voorkeur gelijkmatig boven de oogranden breder wordt en ze slechts weinig raakt en ca. 2 cm voor de gekleurde kop eindigend. De gekleurde schouderbevedering vormt van boven gezien een hartvorm en ligt enigszins over de vleugel, zodat de witte vleugel een geronde lijn vertoont. De kopaftekening ca. 1 cm onder de snavel en ogen. De overige bevedering is wit.

Fouten:

Plomp of te klein; vlakke houding, of te lage stand; te weinig actie; te weinig ballon; grove, roodachtige of aangelopen oogranden; niet doorgekleurde bovensnavel of aangelopen onder-snavel bij zwart en blauw, aangelopen snavel bij rood en geel, opgetrokken staart; te geringe dij- en voetbevedering; onbevederde binnentenen, schimmel in de staart; sterke afwijkingen in de tekening; matte kleur.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Actie

ü  Hals- en beenlengte

ü  Ballon

ü  Voetbevedering

ü  Tekening

ü  Kleur

Ringmaat:   12 mm.

speciaalclub

duivenrassen

kropperrassen