Sallander

c 08-17

 

Ras informatie

Oorsprong: Nederland, gefokt door Thüringers met Chinchilla’s te kruisen.
Gewicht: tussen de 3 en 4 kilo
Kleuren: Unieke kleur voor dit ras alleen. Verbleekte kleur van de Thüringer. Gebroken wit en elke haarpunt is licht bruinzwart. De ogen, oren, borst, snuit, achterhand, poten en buik zijn net wat donkerder van kleur.
Karakter: Gemiddeld actief, nog niet echt in trek als huisdier.
Bijzonderheden: Dit ras komt bijna alleen in Nederland voor, er zijn wel enkele dieren naar Engeland geëxporteerd.
Een Sallander als huisdier: Sallanders zijn konijnen, die ruimte nodig hebben, een ruim hok het liefst met een vaste ren er aan. Het zijn konijnen met een eigen willetje.  Zoals veel konijnen zijn ook dit meer dieren die van aaien en aandacht houden, maar niet van optillen.

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

projectCH2018

 

 

 

SALLANDER

Genetische symbolen:

aBcch De

achibCDg

 (Int.)

(Duits)

aBcch De

achibCDg

Pos.

Onderdeel

Punten

1.

Gewicht

10 punten

2.

Type, bouw en stelling

20 punten

3.

Pels en pelsconditie

20 punten

4.

Kleurpatroon / uitmonstering

15 punten

5.

Dek- en buikkleur

15 punten

6.

Tussen- en grondkleur

15 punten

7.

Lichaamsconditie en verzorging

5 punten

 

TOTAAL

100 punten

 

 

Het land van oorsprong is Nederland. Is in Nederland erkend in 1975

 

 

1. Gewicht : Het gewicht is 3,00 tot 4,00 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

 

Gew. (kg)

3,00 – 3,10

3,20 – 3,40

3,50 – 4,00

Punten

8

9

10

 

2. Type, bouw en stelling

Het type is matig gestrekt (typegroep B) met weinig hals. De bouw is goed gevuld in voor- en achterhand . De benen zijn fors en niet lang. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit, kaken en wangen. De oren zijn stevig van structuur met lepelvormige afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 11 – 13 cm, ideaal is 12 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.

Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.

 

3. Pels en pelsconditie

De pels is van normale lengte, rijk aan onderhaar, fijn van structuur.

Pelsconditie: zie het algemeen gedeelte.

 

4. Kleurpatroon / uitmonstering

Het kleurpatroon bestaat uit de zwartachtige sluier, welke zich uitstrekt over snuit, oren, borst, onderste gedeelte van de schouders, flanken, achterhand, benen en bovenzijde staart. De sluierkleur verdunt zich op de flanken naar boven en is het krachtigst op snuit, benen en oren. Het voorhoofd is veel lichter gesluierd en toont zo veel mogelijk dezelfde kleur en waas als de dekkleur. De sluier is vrij van onderbreking, welk vaak aangetroffen wordt op borst, onderzijde schouders en dijen.

 

5. Dek- en buikkleur

De dekkleur is gebroken wit. De dekharen zijn zwartachtig gepunt waardoor een lichtzwarte waas op het dek aanwezig is. De buikkleur is krachtig zwartachtig en egaal van kleur. De onderzijde van de staart volgt de buikkleur zoveel mogelijk. De onderzijde van de staartpunt mag iets lichter gekleurd zijn. De oogkleur is donkerbruin. De nagels zijn donker hoornkleurig. De snorharen zijn zwartachtig gekleurd.

 

6. Tussen- en grondkleur

De tussenkleur is gebroken wit en strekt zich zoveel mogelijk naar de haarbasis uit. De grondkleur is wit. De grondkleur aan de buik is eveneens wit.

 

7. Lichaamsconditie en verzorging : Zie algemene gedeelte.

 

Lichte fouten

Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets zwak gekleurde sluier. Iets onregelmatige sluier. Iets bruine aanslag in sluier. Iets zwakke voorbeenkleur. Iets donker gekleurd voorhoofd .Iets zwakke oorkleur. Enkele afwijkend gekleurde haren. Iets onregelmatige dekkleur. Iets ongelijke dekkleur. Iets weinig waas. Iets sterke waas. Iets lichte buikkleur. Iets onregelmatige buikkleur. Onderzijde staart iets lichtgekleurd. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur. Enkele witte snorharen. Iets grauwe of vuilwitte grondkleur buik.

Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.

 

Zware fouten

Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te zwak gekleurde sluier. Te onregelmatige sluier. Te veel bruine aanslag in sluier. Geheel donker gekleurd voorhoofd .Te veel afwijkend gekleurde haren. Te onregelmatige dekkleur. Te ongelijke dekkleur. Ontbreken van waas dek. Te sterke waas dek. Te lichte buikkleur. Te veel bruine aanslag buik. Onderzijde staart te lichtgekleurd. Te lichte oogkleur. Te lichte nagelkleur. Te veel witte snorharen. Blauwe grondkleur.

Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

projectCH2018