Engelse Owl

c 06-20

GB 712

Land van oorsprong: Engeland

Algemeen voorkomen: Forse korte en brede duif; krap middelhoge stand en opgerichte houding, lichaam naar achteren wigvormig verlopend.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

 

 

Neusdoppen

Hals

Borst

Buik

Rug

Vleugels

 

Staart

Benen

Bevedering

Fors, kort en breed.

Krap middelhoog; opgerichte houding.

Bij voorkeur kogelrond, voorhoofd breed, vol en goed gerond. Sterk ontwikkelde wangen.

Groot, sterk sprekend; oranjekleurige iris. Bij bruin en kaki lichter.

Bij voorkeur goed ontwikkeld, lichtgrijs.

Kort en krachtig, breed aangezet. De voorhoofdsronding zonder onderbreking naar beneden volgend; goed sluitend; evenveel substantie in boven- en ondersnavel. De verlenging van de snavellijn door de onderkant van het oog lopend. Kleur naar gelang de kopkleur.

Bij voorkeur smal, boven de snavel breed getrokken fijn van structuur.

Kort en fors, teruggetrokken gedragen, met goed ontwikkeld keelwam en jabot.

Breed, sterk naar voren tredend, hoog gedragen.

Zeer kort, breed en rond, naar achteren wat vlak verlopend.

Breed en kort, licht gewelfd, afhellend, ook stuit iets gewelfd.

Kort, aan de boeg zeer breed, slagpennen goed gesloten, vleugeldracht normaal.

Kort, staartdracht normaal.

Dijen door de buikbevedering bedekt; loopbenen en tenen kort.

Wat langer dan bij de andere meeuwen, maar glad en goed aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, dun, rood, geel, bruin, kaki;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, ijskleurig zwartgeband, roodzilver-, geelzilver-, poederblauw-, bruinzilver- en kakizilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver- roodzilver- geelzilver-, bruinzilver- en kakizilver gekrast;

Ø  Bont (alle kleurslagen, alleen bont vermelden).

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver.

Bij bont de schilden en staart gekleurd, de overige bevedering is bont.

Fouten:

Lang of smal lichaam; smal of vlak voorhoofd, onderbroken kopprofiel; lange, smalle borst; ontbrekende keelwam; slechte vleugeldracht; slecht jabot; te sterk ontwikkelde neusdoppen en oogranden.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Kop en snavel

ü  Type en stand

ü  Jabot

ü  Kleur

ü  Ringmaat:  9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

meeuwen