Steinheimer Bagadet

c 02-21 /    SBI:  D / 108

Land van oorsprong: In Midden Oosten, veredeld in Duitsland

Algemeen voorkomen: Grote, krachtige duif van gestrekt type; middelhoge stand en bijna horizontale houding.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

Oogranden

 

Snavel

 

 

 

Neusdoppen

 

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Groot, krachtig type.

Middelhoog; bijna horizontale houding.

Vanaf de snavel tot aan de achterkop volgens een goed geronde booglijn verlo-pend, zonder nekvorming in de achterhals overgaand.

Oranje tot vurig rood, bij wit donker, bij bont donker of oranje tot vurig rood.

Bestaande uit twee gelijkmatig cirkelronde ringen, vurig rood en goed aanliggend.

Lang, krachtig, boven en ondersnavel gelijke sterkte, met de voorkop een duidelijke hoek vormend; bij wit vleeskleurig, bij andere kleurslagen hoornkleu-rig; bij donkere kleurslagen is een donkere aanslag toegestaan, aan de snavel-wortel zo licht mogelijk.

Lang, zacht en goed aanliggend, zonder knobbels; bij oudere dieren is, naar gelang de leeftijd, een ruwere structuur toegestaan.

Middellang. Zonder halsknobbel.

Goed uitgesneden.

Breed, krachtig, naar voren gedragen.

Lang, licht afhellend.

Goed aanliggend, vleugeldracht normaal.

Iets voorbij de vleugeleinden reikend, verder staardracht normaal.

Middellang.

Glad aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, dun, rood, geel;

Ø  Blauw zwartgeband, roodzilver geband, blauwzilver donkergeband, meellicht geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw ongeband, blauwzilver, meellicht ongeband;

Ø  Blauw-, roodzilver en geelzilver gekrast; - geleeuwerikt;

Ø  Blauw-, roodzilver en geelzilver donker gekrast;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw bont;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw donker getijgerd;

Ø  Zwart-, rood-, geel- en blauw licht getijgerd.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Bij zwart is groenglans gewenst.

Banden lang en gescheiden verlopend; gekrast met gelijkmatig kraspatroon. Donker getijgerd bij voorkeur met regelmatige tekening.

Licht getijgerd met gelijkmatige verdeelde witte en gekleurde veren, bij voorkeur in de verhouding 1 : 1.

Fouten:

Te klein of te kort lichaam; te hoge of te lage stand; grove kop, te veel achterhoofd, platte schedel, ontbrekende hoek in voorhoofd-snavellijn, te grove neusdoppen, geheel zwarte snavel; keelwam; te korte of te lange hals, halsknobbel; bleke oogranden; dunne, korte of gebogen snavel; losse bevedering; ernstige kleur- en tekeningfouten.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kop

ü  Snavel

ü  Oogranden

ü  Oogkleur

ü  Kleur en tekening

Ringmaat:   9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

wratduiven