Friese krielen

c 12-17

 

Herkomst: Nederland, provincie Friesland.

Algemene indruk: Vrij slank krielhoen, enigszins opgericht van voren met bijna horizontale lichaamshouding en vrij hoge staartdracht.

Vormbeschrijving

Romp

Kop

Kam

 

 

Snavel

 

Kinlellen

Oorlellen

Ogen

Hals

Rug &

Zadel

Borst

Vleugels

 

Schouders

Staart

 

 

Achterlijf

 

Dijen

Loopbenen

Tenen

Bevedering

Gestrekt en krachtig, naar achteren iets smaller toelopend.

Nauwelijk middelgroot; gezicht helderrood

Enkel, nauwelijks middelgroot, recht en niet te hoog; kamhiel flink vrij van de nek; gelijkmatig en niet te diep getand, 5 of 6 goed gevormde kampunten, fijn van weefsel; helderrood.

Middellang, iets gebogen aan de punt; licht hoornkleurig tot blauw met lichte punt, variërend naargelang de veerkleur.

Middellang, goed afgerond; helderrood.

Ovaal vrij klein; zuiver wit.

Vrij groot; donkeroranje.

Tamelijk lang, naar de kop toe dunner wordend.

Middellang, korter tonend door de hoge staartdracht, iets aflopend en smaller wordend naar de staart; zadelbehang vrij goed ontwikkeld.

Hoog gedragen, vol en rond, goed naar voren tredend.

Lang en krachtig, goed aangetrokken gedragen, enigszins schuin achterwaarts naar beneden gericht.

Vrij breed.

Flink ontwikkeld, vrij hoog gedragen, doch niet zodanig, dat de sikkels naar de hals buigen, waardoor een zgn eekhoornstaart ontstaat; stuurveren breed en waaiervormig gespreid.

Matig ontwikkeld bij de haan, in tegenstelling tot het achterdeel van de hen, dat juist goed ontwikkeld moet zijn.

Krachtig doch niet te lang.

Voldoende breed uit elkaar geplaatst, middellang, leiblauw van kleur (uitzondering koekoek), vier tenen; kleur als van de benen.

Goed gesloten.

Eventuele verschillen tussen haan en hen

Behoudens secundaire geslachtskenmerken geen verschillen van betekenis.

Ernstige fouten

Smalle bouw; te korte of te lange rug.

Fouten

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; verder te grove kopversierselen; zwartbruine oogkleur; lage staartdracht; te lange vleugels.

Gewicht

Ringenmaat

Haan:  700 – 800 gram

Haan:  13 mm

Hen: 600 – 700 gram

Hen: 11 mm

Kleurslagen:

Noot

Ten aanzien van de peltekening bij de Friese krielen wordt opgemerkt, dat de peltekening gevormd wordt door aan weerszijden van de veerschacht paarsgewijs liggende, langwerpige pelvlekjes in de vorm van tarwekorrels, 3 tot 5 aan iedere zijde van de schacht, waarvan alleen de bovenste paren zichtbaar zijn. Deze pelvlekjes liggen geheel vrij en dienen noch de schacht, noch de veerrand te raken.

Goudpel:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 77 van de Algemene Kleur-beschrijving, met uitzondering van de slagpennen.

Bij de haan:

Grote slagpennen: buitenvaan goudbruin met enige zwarte tekening naar het einde van de veer; binnenvaan goudbruin krachtig doormengd met zwart.

Kleine slagpennen: buitenvaan goudbruin; binnenvaan goudbruin, krachtig doormengd met zwart.

Bij de hen:

Grote slagpennen: buitenvaan goudgeel met enige zwarte tekening; binnenvaan goudgeel krachtig doormengd met zwart, vervagend naar de verrand.

Kleine slagpennen: buitenvaan goudgeel met grove zwarte peltekening; binnenvaan goudgeel met grove onregelmatige peltekening, die overgaat in min of meer overlangse strepen.

Zilverpel:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 78 van de Algemene Kleur-beschrijving, met bij de haan en hen dezelfde tekening in de grote en kleine slagpennen als omschreven bij de goudpel.

Citroenpel:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 79 van de Algemene Kleur-beschrijving, met bij de haan en hen dezelfde tekening in de grote en kleine slagpennen als omschreven bij de goudpel.

Geelwitpel:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 81 van de Algemene Kleur-beschrijving, met bij de haan en hen dezelfde tekening in de grote en kleine slagpennen als omschreven bij de goudpel.

Roodpel:

Kleur en tekening van haan en hen: De groenzwarte tekening is in alle delen van het gevederte gelijk aan die van de goudpel. De grondkleur is zo gelijkmatig mogelijk diep warm roodbruin in de sierveren van hals, zadel en schouders, vleugels, borst, buik en dijen van de haan. Bij de hen is een iets lichtere grondkleur toegestaan, doch deze moet in ieder geval roodbruin zijn, zonder te lichte of tarwegrauwe tint. Iets meer oplopen van de peltekening in de bovenborst van de hen is toegestaan. Bij haan en hen geldt dezelfde tekening in de grote en kleine slagpennen, zoals omschreven is bij goudpel. Donskleur: blauwgrijs.

Ernstige fouten bij de haan

Sterk ongelijkmatige grondkleur; te lichte grondkleur; te donker in hals- en zadelbehang en schouders; te brede of zeer onregelmatige omzoming van sikkels of staartdekveren; ontbreken van de sikkelomzoming; zwart in borst en buik.

Fouten bij de haan

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig.

Ernstige fouten bij de hen

Veel te lichte of veel te donkere grondkleur of ongelijke grondkleur; grove of zeer onregelmatige peltekening; onvoldoende kleurdiepte en scherpte van de peltekening; onvoldoende pelteke-ning in de borst.

Fouten bij de hen

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate aanwezig; grondkleur in de peltekening.

Zwart:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleurbeschrijving, met dien verstande, dat het zwart zonder glans verlangd wordt, behalve enige groene glans in de sierveren van de haan. Oogkleur: bruinrood.

Wit:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavelkleur lichtblauw, been- en teenkleur licht leiblauw. Witte of nagenoeg witte benen en tenen gelden als ernstige fout.

Blauw (ongezoomd):

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 100 van de Algemene Kleurbeschrijving.

Koekoek:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 104 van de Algemene Kleurbeschrijving. Snavelkleur hoornkleurig wit, been- en teenkleur vleeskleurig wit.

Zwartbont:

Kleur en tekening van haan en hen: Het zwart moet in alle veergroepen overheersen over het wit. De beste kleurverdeling wordt bereikt, indien er ongeveer tweemaal zoveel zwart als wit in het gevederte voorkomt. In staart- en slagpennen mag het wit naar verhouding wat sterker vertegenwoordigd zijn. Bij jonge dieren moet het zwart volkomen overheersen, terwijl bij oudere dieren meer wit aanwezig mag zijn.

Ernstige fouten

Overwegend wit gevederte; rode of gele veren in enig deel van hetgevederte.

Fouten

Onregelmatig tekeningsbeeld als gevolg van het overheersen van wit of het geheel ontbreken van wit in een of meer veergroepen.

   

 

Roodbont

Roodbont is roodpel met over het gehele lichaam zo scherp mogelijk begrensde witte veerpunten, zowel bij de haan als bij de hen. Aan de pelling bij de hen worden minder hoge eisen gesteld dan bij de andere gepelde kleurslagen. Bij oudere dieren is een iets grotere witte veerpunt toegestaan.

Ernstige fouten

Te veel zwart of geheel verwaterde tekening; te lichte grondkleur.

Fouten

Lichte veerschachten; niet scherp belijnde bonttekening; iets te lichte grondkleur.

speciaalclub

overzicht kippenrassen

rassenCH2018