Franse Bagadet

C 02-17

F 107

Land van oorsprong: Frankrijk

Algemeen voorkomen: Zware, slanke duif met gespierd lichaam, hoge stand en horizontale houding, opvallend krachtige benen, lange hals, lange snavel, korte staart en vleugels, krappe bevedering, de onbevederde plekken kenmerkend rood gekleurd..

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

 

Ogen

 

Oogranden

Snavel

 

 

Neusdoppen

Hals

 

Borst

Rug

Vleugels

 

Staart

Benen

 

Bevedering

Zwaar, slank gespierd type.

Hoog; horizontale houding.

Krachtig en lang, schedel gerond, achterhoofd sterk afgebogen, vlak en smal. Van opzij gezien in de snavel-voorhoofdlijn achter de neusdoppen een lichte hoek, van boven gezien wigvormig.

Groot en levendig; parelkleurig, enige tolerantie bij gekleurde, bij wit en bont is donker toegestaan, maar parelkleurig verdient veel waardering.

Breed, korrelig, opvallend en bloedrood.

Zeer lang, recht en krachtig; ondersnavel even dik als de bovensnavel; bij alle kleurslagen bleek, bij voorkeur zuiver, bij blauw en zwart is een donkere snavelpunt toegestaan.

Lang en vlak.

Zeer lang, in verhouding met de beenlengte, slank, in het midden iets naar voren (naar voren stekende halswervel) gedragen.

Breed, goed gevuld, licht opgetrokken.

Breed en kort, iets bol naar achteren, wigvormig en licht afhellend.

Kort, goed op de staart gedragen, behoorlijk ver van het staarteinde reikend; schouders scherp, van het lichaam afstaand en voor de borst uitreikend.

Kort, goed gesloten, licht opgetrokken gedragen.

Zeer lang en knokig; in het hielgewricht doorgeknikt, dijen sterk gespierd; loopbeen krachtig; lange forse nagels; kleur conform de kleurslag.

Krap en hard. De rode huid zichtbaar rond de oogranden, wangen, hals, schouders, vleugelboegen, bij de duimveren en bij het borstbeen rood.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, dun, rood, geel, bruin, kaki, aszilver, ascrème, andalusisch blauw;

Ø  Blauw zwartgeband, roodzilver geband, blauwzilver donkergeband; geelzilver geband;

Ø  Blauw zwartgeband, roodzilver geband, blauwzilver donkergeband; geelzilver gekrast

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver-, bruinzilver-, kakizilverschimmel;

Ø  Bont in deze kleuren (voor tentoonstellen alleen bont vermelden).

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, glansrijk, respectievelijk zuiver.

Fouten:

Te klein; te rond type, slechte halsbelijning, te lang lichaam, vleugels en/of staart; te korte hals en/of benen; te lage staartdracht; ononderbroken snavel-voorhoofdlijn; te korte spitse of krom-me snavel; ruwe wratten; te dichte, lange of te slappe bevedering, bleke oogranden;  keelwam.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type, stand en houding

ü  Halsvorm en benen

ü  Kop en snavel

ü  Bevedering

ü  Kleur

ü  Ringmaat:   10 mm.

speciaalclub

duivenrassen

wratduiven