Rostower Postuurtuimelaar

c 03-17

RUS(D) 873

Land van oorsprong: Rusland; genoemd naar de stad Rostov.

Algemeen voorkomen: Krap middelgrote; sierlijke compacte duif met vooruit  tredende borst en lage stand; de vleugels onder de hoog gedragen staart gedragen; voetbevederd en sidderhalzig;

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

 

Neusdoppen

Hals

 

Borst

Rug

Vleugels

Staart

 

 

Benen

Bevedering

Krap middelgrote compacte duif.

Laag; sierlijke houding.

Klein, rond; voorhoofd breed en hoog; ongekapt of met kleine schelpkap met of zonder rozetten.

Parelkleurig.

Fijn; licht; goed zichtbaar.

Krap middellang, krachtig; met het voorhoofd een stompe hoek vormend; licht,  bij zwart, blauw, zilver, witborst, veelkleurig en kite is snavelstip toegestaan.

Fijn en glad.

Vol uit het lichaam tredend, naar boven dunner wordend; naar achteren gebogen; bij opwinding sterk sidderend.

Breed, goed gerond, naar voren tredend, opgetrokken gedragen.

Breed, zeer kort; hol.

Kort, gesloten en onder de staart gedragen.

Breder dan de borst, vlak zonder gapingen; minstens 14 staartpennen; bij opwinding zeer sterk aangetrokken; onderrug en staartdekbevedering gewelfd; bij zilver is lichte frisé toegestaan.

Kort, kort tot middellang bevederd met passende gierhakken.

Breed, niet te lang, aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, rood, geel en zilver; blauw zwartgeband;

Ø  Zwart-witborst, zwartbont;

Ø  Zwart-donkergetijgerd;

Ø  Veelkleurig, kite, gouddun, rood- en geel agaat. De Roy.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Zilver met licht (niet wit) uitlopende slag- en staartpennen.

Zwart-witborst: witte grondkleur met gekleurde kop met middelgrote slab, de steunveren aan de kap, de vleugels inclusief de slagpennen, rug, aars en staart met boven en onderstaartdek (kiel) en de voetbevedering.

Fouten:

Te smal, te lang lichaam; te hoge stand; smalle staart, te smalle staartveren, holle staart, gaping(en) in de staart, te lage staartdracht, minder dan 14 staartpennen; lange, smalle kop, platte kop; dunne of lange snavel; veerarme, scheve of onderbroken schelpkap bij witborst; niet sidderhalzig; onbevederde tenen; sterk afwijkende kleur of tekening; witte slag- en/of staart-pennen.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Staart

ü  Kop en hals, sidderen

ü  Voetbevedering

ü  Kleur en tekening

Ringmaat: 7 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Fokkers Frisia