Het land van oorsprong is de Engeland. Is in Nederland erkend in 1981
1. Gewicht
: Het gewicht is 3,00 tot 4,00
kg.
Puntenschaal voor het gewicht:
Gew. (kg)
|
3,00 – 3,10
|
3,20 – 3,40
|
3,50 – 4,00
|
Punten
|
8
|
9
|
10
|
2. Type, bouw en stelling
Het type is matig gestrekt (typegroep B) goed gevuld in voor- en
achterhand. De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit, kaken en wangen. De benen zijn fors en niet te lang. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de
aanwezige rasadel. De oren zijn stevig van structuur met lepelvormig afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 11 – 13 cm, ideaal is
12 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.
Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.
3. Pels en pelsconditie
De pels is van normale lengte, is dicht ingeplant en heef een
normale hoeveelheid onderhaar.
Pelsconditie: zie het algemeen gedeelte.
4. Koptekening
Het enen oor behoort zwart of minstens overwegend donker gekleurd
te zijn. Het andere oor moet wit of minstens overwegend licht van kleur te zijn. De ene kophelft moet zoveel mogelijk zwart of donker gekleurd zijn en de andere kophelft
zoveel mogelijk wit of licht gekleurd te zijn. De strak belijnde scheidingslijn loopt zoveel mogelijk over het midden van de kop. De kleurvelden vormen een contrast met de
kleur van de oren. Het ideaalbeeld is een wit of licht oor boven een zwarte of donkere kophelft en een zwart of donker oor boven een witte of lichte kophelft.
5. Lichaamstekening
Borst en voorbenen mogen aan één zijde gelijk of averechts gekleurd
zijn. De zwarte of donkere borsthelft met het zwarte of donkere voorbeen onder de witte of lichte kophelft en wederkerig de witte of lichte borsthelft met wit of lichte
voorbeen onder de zwarte of donkere kophelft. Op de voorzijde gezien is het ideale kleurenbeeld: zwart (donker) voorbeen, daarboven witte (lichte) borsthelft, daarboven zwarte
(donkere) kophelft en daarboven een wit (licht) oor. Het andere been, borsthelft, kophelft en oor is averechts gekleurd.
Achter de oren begint op het lichaam de zwarte en witte bij
voorkeur doorgaande bandtekening, ook wel zebratekening genoemd. Een verspringende bandtekening, zogenaamde bloktekening, is toegestaan. De banden moeten bij voorkeur tot op
de achterhand doorlopen en strak uitkomen. Indien deze banden tot onder de buik doorlopen dan verhogen ze de kwaliteit van het dier.
6. Kleur
De kleuren van de tekeningbeelden zijn zuiver intens zwart en wit.
Ze moeten zo min mogelijk in elkaar overvloeien. De kleurvelden zijn zoveel mogelijk strak begrensd. Aan de kleurbegrenzing en zuiverheid worden hoge eisen gesteld. De
oogkleur is donkerbruin. De nagels zijn hoornkleurig tot donkerhoornkleurig. De snorharen hebben de kleur van het lichaamsdeel waarin ze staan.
7. Lichaamsconditie en verzorging
: Zie algemene gedeelte.
Lichte fouten
Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Gering
verschil tussen kleur oren. Onscherpe tekeningbeelden. Mengeling van de kleuren op oren, voorbenen en banden. In kleur parallel lopen van de tekeningbeelden (zwart onder zwart
en wit onder wit), behalve borst en voorbenen. Grote éénkleurige vlekken op het lichaam. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur.
Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.
Zware fouten
Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Het ontbreken van
de koptekening. Minder dan drie kleurvelden (kleurbanden) op één of op elke zijde. Foutieve kleuren. Te lichte oogkleur. Kleurloze nagel(s).
Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.
|