Dominomeeuw

c 06-17

GB 715

Land van oorsprong: Klein Azië

Algemeen voorkomen: Korte, gedrongen, tamelijk brede duif; ronde kop en korte snavel, lage stand, opgerichte houding.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

 

Oogranden

Snavel

 

 

 

Neusdoppen

 

Hals

Borst

Rug

Buik

Vleugels

Staart

Benen

Bevedering

Kort, gedrongen.

Laag; opgerichte houding.

Bij voorkeur rond, met de snavel een ononderbroken lijn vormend; voorhoofd breed en vol; gladkoppig of met puntkap.

Groot, iris oranjekleurig. Bij bruin en kakikleuren is een lichtere oogkleur toegestaan.

Weinig ontwikkeld, vleeskleurig.

Kort, stomp, breed aangezet, de voorhoofdsronding zonder onderbreking naar beneden volgend; goed sluitend evenveel substantie in boven- en ondersnavel. De verlenging van de snavellijn door de onderkant van het oog lopend. Kleur naar gelang de kopkleur.

Bij voorkeur smal, boven de snavel breed getrokken, vlak aanliggend en fijn van structuur.

Kort en dik, iets naar achteren gebogen; met goed ontwikkeld jabot.

Breed, goed gewelfd.

Kort, breed in de schouders, afhellend.

Kort, maar goed gewelfd.

Kort, vleugeldracht normaal.

Smal; staartdracht normaal.

Middellang.

Vol en glad aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, dun, rood, geel, bruin, kaki;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband en geelzilver geband, bruinzilver geband, kakizilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver-, bruinzilver- en kakizilver gekrast.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver.

Kop, de schilden en de staart met boven- en onderstaartdek gekleurd, de overige bevedering wit. De koptekening tot op de nek, eventueel de puntkap inbegrepen en op de voorhals net boven de aanzet van het jabot eindigend. De tekening moet aan de zijkanten strak verlopen. De nek zuiver wit. Gewenst zijn aan elke vleugel 8 – 10 witte buitenste slagpennen, maar 6 of 7 is nog niet fout, zolang het ovale schild goed afgedekt is. In de schilden mogen geen witte en tussen de witte slagpennen geen gekleurde veren zitten.

Fouten:

Lang of smal lichaam; smal voorhoofd, te sterk buiten het kopprofiel tredende snavel; ontbrekend jabot.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Kop en snavel

ü  Type, stand en houding

ü  Tekening

ü  Jabot

ü  Kleur

Ringmaat:  8 mm.

speciaalclub

duivenrassen

meeuwen