Groot Zilver

 

c 02-21

 

Ras informatie
Oorsprong: Frankrijk, Champagnestreek. Meegebracht door Portugese zeevaarders uit Indo-China.
Gewicht: tussen de 3,5 en 5,5 kilo
Kleuren: Konijngrijs, zwart, blauw, bruin en geel. Deze konijnen hebben een vacht die verzilverd, vanaf de leeftijd van 5 of 6 weken, tot ongeveer 6 maanden. De effen haren veranderen, maken in die tijd plaats voor haren met een topje zonder pigment.
Karakter: Vrij rustig.
Bijzonderheden: De rasstandaard voor dit ras is niet overal hetzelfde, wat betreft de mate van verzilvering van de vacht.
Een Groot Zilver als huisdier:  Groot Zilver is een rustig konijnenras met een gelijkmatig temperament. Ze zijn goed als huisdier te houden. Let er wel op dat ze genoeg ruimte krijgen, de standaardhokken zijn voor een groot zilver aan de kleine kant. Je kunt deze het best uitbreiden met een ren die altijd toegankelijk is.

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

Fokkers Frisia

 

 

8. GROOT ZILVER

Land van oorsprong: Frankrijk

In Nederland erkend in 1927

c: 02-21 

 

Genetische symbolen:

Licht zwart

aBCDEP1P2….

ABCDgP1P2

 (Int.)

(Duits)

aBCDEP1P2….

ABCDgP1P2

Pos.

Onderdeel

Punten

1.

Gewicht

10 punten

2.

Type, bouw en stelling

20 punten

3.

Pels en pelsconditie

20 punten

4.

Kop en oren

15 punten

5.

Dek- en buikkleur

15 punten

6.

Tussen- en grondkleur

15 punten

7.

Lichaamsconditie en verzorging

5 punten

 

TOTAAL

100 punten

 

Bij zilverkonijnen vindt vanaf een leeftijd van ongeveer 6 weken een verandering plaats in de pelskleur,  die samen gaat met de drie verharingen in het eerste levensjaar. Het proces waarbij telkens een steeds groter aantal nieuwe haren van een pigmentloze zilverwitte top is voorzien, wordt verzilvering genoemd.

 

1. Gewicht : Het gewicht is 3,50 tot 5,50 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

 

Gew. (kg)

3,50 – 4,00

4,00 – 4,50

4,50 – 5,50

Punten

8

9

10

 

2. Type, bouw en stelling.

Het type is matig gestrekt (typegroep B). De bouw is goed gevuld in voor- en achterhand.Bij de rammen is het type meer gedrongen dan bij de voedsters, zonder plomp te zijn. De benen zijn kort en krachtig. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld met breed voorhoofd, brede snuit en sterk ontwikkelde kaken en wangen. Het neusbeen is iets gebogen. De oorlengte is 13 – 15 cm, ideaal is 14 cm. De oren zijn vlezig van structuur, relatief breed met lepelvormig afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen. Het geheel in harmonie met het lichaam.

Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.

 

3. Pels en pelsconditie.

De pels is van normale lengte, zeer dicht ingeplant en slaat bij terugstrijken niet direct terug, maar neemt dankzij het zeer rijke onderhaar langzaam de natuurlijke ligging weer in.

Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.

 

4. Nuance verzilvering (dekkleur).

De dekkleur van de niet verzilverde haren moet zuiver diep van kleur en glanzend zijn. De verzilverde haren moeten daartegen duidelijk afsteken. De snorharen zijn in overeenstemming met de hoofdkleur en zijn niet verzilverd. De Groot Zilver is erkend in de kleuren konijngrijs, zwart, bruin, blauw en geel.

Voor de beoordeling van de drie  nuances geldt de volgende leidraad.

Kleur

Nagelkleur

Oogkleur

Kleur snorharen

Konijngrijs

Donkerhoornkleurig

Donkerbruin

Zwart *)

Zwart

Donkerhoornkleurig

Donkerbruin

Zwart

Bruin

Donkerhoornkleurig

Donkerbruin

Bruin

Blauw

Hoornkleurig

Blauw

Blauw

Geel

Hoornkleurig

Bruin

Geel *)

*) Uitgezonderd de snorharen in de kaakrand, deze hebben de kleur van de kaakrand

 

Afhankelijk van de mate van verzilvering is een onderverdeling gemaakt in een lichte, een midden en een donkere nuance. Voor de beoordeling van deze drie nuances van verzilvering geldt de volgende leidraad:

Licht. Bijna alle haartoppen  zijn verzilverd, zodat het dier op enige afstand een geheel licht uiterlijk heeft. Bij nadere beschouwing zijn enige niet verzilverde haren, regelmatig verdeeld over de pels. duidelijk waarneembaar. Het aantal niet verzilverde haren is aanzienlijk geringer dan het aantal wel verzilverde haren.

Midden. Iets minder dan de helft van de haartoppen is verzilverd. Hierbij ontstaat het beeld dat de niet verzilverde haren iets sterker op de voorgrond treden.

Donker. Een gering aantal haartoppen is verzilverd, zodat het dier op enige afstand geheel gekleurd lijkt. Bij nadere beschouwing zijn enige verzilverde haartoppen, regelmatig verdeeld over de pels, duidelijk waarneembaar. Dit aantal verzilverde haartoppen is aanzienlijk geringer dan het aantal niet verzilverde haren. Het aantal verzilverde haartoppen bij donker zilver is ongeveer even groot als het aantal niet verzilverde haartoppen bij licht zilver. 

 

5. Gelijkmatige verzilvering.

De verzilvering moet niet alleen in de juiste nuance, maar vooral ook regelmatig op het gehele lichaam voorkomen. De snuit, oren, wangen en voorvoeten zijn soms iets donkerder, door de relatief kortere pels. Er dient naar gestreefd te worden een egale kleur en verzilvering te verkrijgen over het gehele lichaam. Dit mag echter niet ten koste gaan van de onderkleur. Bij konijngrijs ontstaat door mengeling van kleuren een ander beeld dan bij de eenkleurige Klein Zilvers. Daarom zijn in de midden nuance van deze kleur iets meer verzilverde haren nodig om hetzelfde beeld op te roepen dan bij de éénkleurige.

 

6.Tussen-, grond- en buikkleur.

De onderkleur (tussen- en grondkleur) moet zuiver zijn en er mogen geen doorlopende lichtgekleurde haren in voorkomen. De tussen- en grondkleur zijn zeer intens. Bij de verschillende kleurslagen is de tussen- en grondkleur als volgt:

Konijngrijs:                Tussenkleur warm roestroodbruin, grondkleur donkerblauw, buikkleur wit met donkerblauwe grondkleur.

Zwart:                         Tussenkleur zwart, grondkleur donkerblauw.

Bruin:                         Tussenkleur bruin, grondkleur blauw.

Blauw:                       Tussen- en grondkleur blauw.

Geel:                          De dekkleur is intens geel. Tussenkleur warm roodgeel, grondkleur geel. Buikkleur wit tot roomkleurig. Grondkleur aan de buik is wit.

Voor een verdere beschrijving van de kleuren: zie het algemene gedeelte.

 

7. Lichaamsconditie en verzorging.

Zie het algemene gedeelte.

 

Lichte fouten.

Geringe afwijking in type en/of bouw. Geringe afwijking in nuance verzilvering. Iets veel of iets weinig verzilvering op dek, snuit, wangen, oren, borst, benen of staart. Iets onregelmatige verzilvering. Iets verbleekte dekkleur. Enkele witte of doorlopende kleurarme haren. Iets ticking bij geel. Kleurarme snorharen, uitgezonderd die bij konijngrijs en geel in de kaakrand staan. Iets zwakke tussen- en/of grondkleur. Iets zwakke grondkleur buik bij konijngrijs. Iets gele aanslag op de buik bij geel en konijngrijs. Roomkleurige grondkleur aan buik bij geel.

Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.

 

Zware fouten.

Grote afwijking in type en/of bouw. Sterke afwijking in de nuance van verzilvering, zoals te rijk of te weinig verzilverd voor de midden of de donkere nuance of te weinig verzilverd voor de lichte nuance. Sterke afwijking in gelijkmatigheid van de verzilvering, zoals te veel of te weinig verzilverde extremiteiten. Sterk verbleekte dekkleur. Te veel witte of te veel doorlopende kleurarme haren. Te veel ticking bij de kleur geel. Te zwak gekleurde snorharen, uitgezonderd die bij konijngrijs en geel in de kaakrand staan. Te zwakke tussen- of grondkleur. Ontbreken van grondkleur buik bij konijngrijs. Gele grondkleur buik bij geel. Sterke gele aanslag op de buik bij konijngrijs en geel.

Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.

 

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

Fokkers Frisia