Roemeense naakthalstuimelaar

c 03-17

RO(D) 853

Land van oorsprong: Roemenië

Algemeen voorkomen: Middelgroot, vrij lage stand; lange veren, het midden van de hals is kaal.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Hals

 

 

Borst

Rug

Vleugels

Staart

 

Benen

Bevedering

Vrij slank.

Vrij laag; licht afhellend.

Niet te smal, matig gerond.

Een parelkleurige ring omringt de pupil, de verdere iris rood tot oranje.

Smal, onopvallend.

Krap middellang, licht afhellend; hoornkleurig tot donker bij rood en roodzilver, licht tot hoornkleurig bij geel.

Middellang, licht naar achteren gebogen. Het midden van de hals rondom naakt. Korte stoppels, die periodiek groeien, indrogen en weer uitvallen zijn voorlopig toegestaan.

Middelbreed, weinig naar voren tredend

Middellang, licht afhellend.

Naar verhouding lang, slagpennen losjes onder of naast de staart gedragen.

Lang, breed, vlak, ten minste 14 pennen, bij voorkeur horizontaal gedragen; stuitklier ontbreekt.

Hoogstens middellang, eerder kort.

Met uitzondering van de hals is de duif normaal bevederd. Veren relatief lang.

Kleurslagen:

Ø  Rood, geel; roodzilver geband.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Rood zo mogelijk bruinrood, geel diepgeel; buik doorgekleurd; lichte rug, staart- en slagpennen licht uitlopend met herkenbare vinktekening.

Roodzilver: bruinrode borst en banden en bij voorkeur zuivere schilden, bij voorkeur vinkteke-ning. Bij duivinnen is aan de buik en onderstaart een lichtgrijze kleur toegestaan.

Fouten:

Zeer groot lomp lichaam; te hoge stand; volgroeide veren in het kale deel van de hals; slechte vleugeldracht; minder dan 14 staartpennen; zeer matte kleur; grauwe slagpennen en staart; geheel afwezige vinktekening bij rood en geel.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Halsstructuur

ü  Slagpennen- en staartdracht

ü  Kleur

Ringmaat: 7 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Fokkers Frisia