29.

Bont (grofbont)

 c 03-17

 

 

Kleur en tekening van woerd en eend

Deze bonttekening, bestaande uit witte kleurvlakken of -velden, kan zich in alle delen van het verenpak voordoen. De kleur en/of tekening waar de bonttekening in voorkomt, moet domineren. Deze ook wel grof bont genoemde tekening, dient regelmatig en symmetrisch over het lichaam verdeeld te zijn. De witte veerpartijen moeten op de kop, hals, de onderkant van het lichaam en op de vleugels voorkomen. Het totaal van de witte kleurgedeelten mag niet meer dan 1/3 van het gevederte bedragen.
Bij alle erkende kleurslagen kan de bontfactor voorkomen. In alle gevallen dient het bont een samengaan te zijn van erkende kleurslagen met symmetrisch verdeelde witte kleurvelden. De kleur van snavel, snavelnagel, ogen en poten moet in overeenstemming zijn met die van de kleurslag in combinatie met wit.

Ernstige fouten bij woerd en eend:
Betreffende de kleurslag: geheel gelijk aan hetgeen bij die kleur is aangegeven; voorts aanmerkelijk te grote of te geringe grootte van de witte veerpartijen; snavel- en pootkleur niet in overeenstemming met de kleur van het gevederte.
Fouten bij woerd en eend:
Bovenstaande fouten in mindere mate voorkomend; sterk gevlekte snavel- en pootkleur.