Phoenix krielen

c 02-17

 

Herkomst: Japan; als krielvorm ontstaan in Duitsland omstreeks 1900

Algemene indruk: Slank dwerghoen van het landhoentype met een opvallend rijke bevedering en staartontwikkeling. De buitengewone lengte van de sikkelveren wordt veroorzaakt door het feit, dat deze veren niet ieder jaar uitruien, doch drie jaar gedragen worden en gedurende die tijd langzaam doorgroeien.

Vormbeschrijving

Romp

Kop

Kam

Snavel

Kinlellen

Oorlellen

Ogen

Hals

 

 

Rug &

Zadel

 

Borst

Vleugels

 

Schouders

Staart

 

 

 

 

Achterlijf

Dijen

Loopbenen

Tenen

 

Bevedering

Vrij lang, slank, niet te veel opgericht, iets smaller wordend naar achteren.

Klein, smaller wordend naar de snavel.

Enkel, vrij klein, recht en rechtop, fijn van weefsel; levendig rood.

Middellang, stevig iets gebogen; licht hoornkleurig of blauwgrijs.

Klein, fraai gerond, fijn van weefsel; levendig rood.

Vrij klein, glad aanliggend, ovaalvormig wit.

Oranjerood tot rood.

Vrij lang, licht gebogen en opgericht gedragen, van boven dun lijkend; veren van het halsbehang zeer lang en smal, schouders en bovenrug bedekkend.

Rug lang, iets smaller wordend naar achteren, enigszins aflopend naar de staart; zadelbehang rijk ontwikkeld met lange naar verhouding smalle veren, die bij overjarige hanen tot op de grond reiken.

Vol en rond, glad aanliggend bevederd.

Lang en krachtig, goed opgetrokken aan de flanken gedragen. Grote en kleine slagpennen voldoende breed.

Goed gerond.

Zo vol en zo lang mogelijk, sterk achterwaarts tot horizontaal, niet afhangend gedragen. De sikkelveren zo lang mogelijk, tamelijk smal met buigzame schachten, waardoor de sikkels met een korte buiging afhangen. De staartstuurveren zeer lang, breed en iets gespreid gedragen. Staartdekveren talrijk, zeer lang en smal, ook tot op de grond afhangend.

Gevuld.

Middellang, voldoende uit elkaar geplaatst en evenwijdig aan elkaar.

Middellang, fijn van bouw, bij volwassen hanen voorzien van zeer lange, dunne sporen; vier tenen, lang; kleur van loopbenen en tenen bij voorkeur leiblauw; donker olijfgroen is toegestaan.

Rijk ontwikkeld, alle veren dienen zo lang mogelijk te zijn en zijn naar verhouding smal. Door de geringe donsontwikkeling ligt het gevederte vlak aan. Als regel is de sierbevedering in het tweede en derde jaar merkbaar langer dan in het eerste jaar.

Eventuele verschillen tussen haan en hen

De bouw overeenkomstig die van de haan, met uitzondering van de secundaire geslachtsken-merken. Bij de hen zijn de staartdekveren lang en enigszins gebogen, terwijl beide bovenste stuurveren voorbij de staart reiken en sikkelvormig gebogen zijn.

Ernstige fouten

Onvoldoende ontwikkelde sikkels, staartdekveren, hals- en zadelbehang bij de haan; onvol-doende gebogen bovenste staartstuurveren bij de hen; rode oorlellen; gele benen; te gedrongen bouw; te grove kop of te bol gezicht; hoog gedragen borst; hangende vleugels.

Fouten

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; te hoog gedragen staart.

Gewicht

Ringenmaat

Haan:  850 – 950 gram

Haan:  13 mm

Hen:  750 – 850 gram

Hen:  11 mm

Kleurslagen:

Patrijs:

Kleur en tekening van de haan, zoals aangegeven onder nr. 2 van de Algemene Kleurbeschrijving, met dien verstande, dat de kleur in hals en zadel roder is dan oranjegeel. Deze donkere patrijskleur en tekening past bij de patrijstekening van de hen.

Kleur en tekening van de hen:

Kop: gevederte zwart.

Hals: halskraag oranjerood naar beneden toe overgaande in oranjegeel, over het geheel voorzien van een krachtige halsstreeptekening; voorzijde van de hals donker zalmrood.

Vleugels: boeg, schouders en vleugeldekveren zwart, doormengd met donker bruinachtig grijs in het midden van de veren; schachten bruingeel; grote slagpennen grijsbruin; kleine slagpennen buitenvaan zwart; binnenvaan zwart, doormengd met donker grijsbruin.

Rug: iets donkerder dan de vleugeldekveren; schachten bruingeel.

Staart: stuurveren donkerbruin met grijze pepering; staartdekveren overeenkomstig de rugveren.

Borst: donker zalmkleurig, iedere veer aan het ondereinde zwart getoept, welke tekening naar de zijden van de borst iets in kracht toeneemt. Hieraan worden geen hoge eisen gesteld. Veer-schachten licht bruingeel.

Lichaam en donspartij: lichaam zwart, lichtelijk doormengd met bruingrijs; donspartij dofzwart met grijsbruine aftekening.

Dons: donkergrijs.

Ernstige fouten

Haan: te licht hals- en zadelbehang; geheel zwarte schouders; veel tekening in borst, dijen en achterlijf.

Hen: te grijze grondkleur op rug, vleugels en zadel; te zware zwarte zoming van de rug-, vleugel- en staartdekveren; bruine in plaats van zwarte zoming; ontbreken van de goudgele veerschacht; te grove pepering in de kleine slagpennen.

Fouten

Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend.

Geelpatrijs:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 3 van de Algemene Kleur-beschrijving.

Blauwpatrijs:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 4 van de Algemene Kleur-beschrijving.

Zilverpatrijs

Geheel getekend als patrijs, zoals bij dit ras beschreven, doch het rood en bruin in het gevederte zijn vervangen door zilverwit.

Wit:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 98 van de Algemene Kleur-beschrijving.

Zwart:

Kleur en tekening van haan en hen, zoals aangegeven onder nr. 99 van de Algemene Kleur-beschrijving.

Wildkleur:

Kleur en tekening van de haan

Kop: donker bruinrood.

Hals- en zadelbehang: bruinrood met krachtige, zwarte en vooral in het halsbehang doorbroken schachtstreeptekening.

Schouders en rug: donkerbruin.

Vleugels: vleugelband groenglanzend zwart.

Grote slagpennen: binnenvaan zwart, buitenvaan zwart met smal bruin zoompje.

Kleine slagpennen: binnenvaan en punt zwart, buitenvaan donkerbruin.

Borst, schouderboeg, dijen en staart: diepzwart met groene glans.

Buik en achterlijf: zwart.

Kleur en tekening van de hen:

Kop en halskraag: zwart met smalle roodbruine omzoming en doorbroken schachtstreepteke-ning.

Rug, vleugeldek- en staartdekveren: roodbruin met dichte, groenglanzend zwarte streep, die duidelijk tegen de donkerder kleur van de veren afsteekt.

Borst: donker zalmkleur, aan de zijden met onscherpe zwarte omzoming.

Dijen: grijsbruin.

Staart: zwart.

Achterlijf: grijsachtig zwart.

speciaalclub

overzicht kippenrassen

Fokkers Frisia