Luzerner Eénkleurige Duif

c 06-17

CH 417

Land van oorsprong: Zwitserland, kanton Luzern.

Algemeen voorkomen: Middelgroot, krachtig, kort en compact type, lage stand, licht afhellende houding, met puntkap en bekousde benen.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Puntkap

 

Ogen

Oogranden

Snavel

 

Neusdoppen

Hals

Keel

Borst

Rug

Vleugels

Staart

Benen

 

Bevedering

Middelgroot, krachtig, kort, compact.

Laag; licht afhellende houding.

Breed, krap middellang, achter de neusdoppen goed gevuld. Voorhoofd moet met de snavel een flauwe gebogen lijn vormen.

Hoog aangezet, met de veren van de achterhals tot in de punt van de kap een scherpe, ononderbroken kam vormend.

Donker, hoog in de kop gelegen.

Fijn, smal, bij alle kleurslagen onopvallend.

Krap middellang, krachtige basis, onder- en bovensnavel even sterk, kleur licht tot zwart, afhankelijk van de veerkleur.

V-vormig, matig ontwikkeld.

Vol uit de borst tredend, naar boven toe slanker.

Goed uitgesneden.

Breed, diep, rond, iets naar voren gedragen.

Breed in de schouders, naar de staart spits toelopend, licht afhellend.

Krachtig, vleugeldracht normaal.

Kort, staartdracht normaal; de bodem niet rakend.

Middellang, in het hielgewricht doorgeknikt, bekousd,tot aan de teenpunten bevederd, de zijwaartse veren iets langer.

Glad, goed aanliggend.

Kleurslagen:

Ø  Wit, zwart, bruin, rood, geel;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver ongeband;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Zwart-, dun-, bruin-, kaki-, rood- en geel gezoomd.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren gelijkmatig, intensief, respectievelijk zuiver.

Blauw, blauw-, rood- en geelzilver met schone, niet gewolkte vleugelschilden. Banden schoon, lang en gescheiden; gekrast met bij voorkeur regelmatig vleugelpatroon. Bij gezoomd de gehele bevedering behalve de kop gezoomd. Elke schildveer, staartveren en slagpennen smal omzoomd. Kop met kap en keel gekleurd.

Fouten:

Smalle borst; te hoge of vlakke stand; grove of smalle kop, afzettend voorhoofd. Lange of dunne snavel; laag aangezette, scheve of brede kap; inkeping in de nekkam; gebrekkig bekousd; matte, onzuivere grondkleur; onbevederde tenen, te lange voetbevedering of gierhakken.  

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type, stand en houding

ü  Kop

ü  Kleur en vleugelpatroon

ü  Voetbevedering

ü  Kap

Ringmaat:  9 mm.

speciaalclub

duivenrassen

Zwitserse kleurduiven