Taganroger Tuimelaar

c 06-19

SBI: RUS(D) / 867

Land van oorsprong: Zuid Rusland, de stad Taganrog.

Algemeen voorkomen: Klein breed, kort, teruggetrokken hals met hoog gedragen staart en onder de staart gedragen vleugels, lage stand, nagenoeg horizontale houding; bij opwinding sidderhalzig.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

Ogen

Oogranden

Snavel

 

 

Hals

 

Borst

Rug

Vleugels

Staart

 

Benen

Bevedering

Klein, breed, kort, met hoog gedragen staart.

Laag; nagenoeg horizontale houding.

Steil voorhoofd, licht afgeplatte schedel zonder scherpe kanten; gladkoppig.

Groot, donker.

Smal, bleek.

Krap middellang, breed aangezet, met het voorhoofd een stompe hoek vormend. Vleeskleurig. Bij dieren met een snip in een aangelopen bovensnavel  toegestaan.

Vol uit het lichaam komend, naar boven dunner wordend en naar achteren iets doorgebogen; bij opwinding sidderhalzig.

Breed, gerond en iets vooruittredend.

Kort en breed.

Niet te lang, onder de staart gedragen, de punten de grond rakend.

14 – 20 pennen, in actie hoog gedragen, breed (breder dan de borst); gesloten en vlak; stuitklier ontbreekt.

Kort.

Brede vanen, zacht, niet te lang.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, rood, dun, geel en blauw zwartgeband;

Ø  Brons.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Alleen de vleugelschilden gekleurd; aan elke vleugel 7 – 12 aaneengesloten buitenste witte slagpennen; niet meer dan twee pennen verschil. Naar gekleurde duimveren wordt gestreefd. Voorhoofdsnip is mogelijk.

Fouten:

Smal, lang lichaam, hoge stand, smalle, sterk holle of erg losse staart; gewelfde bovenkop; te lange snavel, minder dan 7 of meer dan 12 buitenste slagpennen, meer dan 2 witte pennen verschil; slechte kleur; niet sidderen.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Houding, sidderen

ü  Rug en staart

ü  Kop en snavel

ü  Kleur en tekening

Ringmaat: 7 mm.

speciaalclub

duivenrassen

tuimelaars/hoogvliegers S-Z