Rijnlandse Ringslager

c 06-19

SBI: D / 1103

Land van oorsprong: Nederland, veredeld in Duitsland

Algemeen voorkomen: De grootte en vorm van een robuste, compacte veldduif met puntkap. Middelhoge stand, bijna horizontale houding.

Raskenmerken:

Type

Stand

Kop

 

Ogen

Oogranden

Snavel

Neusdoppen

Hals

Borst

Rug

Vleugels

 

Staart

Benen

Bevedering

Robuste, compacte duif van het veldduiftype.

Middelhoog; bijna horizontale houding.

Langwerpig, met breed, hoog, gewelfd voorhoofd; puntkap breed aangezet, vol, in de nek een kam vormend, de punt iets boven de kop uitstekend.

Donker.

Smal; licht vleeskleurig.

Middellang, fijn, licht.

Weinig ontwikkeld.

Middellang; door de volle bevedering tamelijk dik lijkend.

Breed en vol; enigszins naar voren gedragen.

Breed in de schouders, enigszins gewelfd.

De slagpennen breed, elastisch en bijna tot het staarteinde reikend; vleugel-dracht normaal. Licht afgesleten slagpennen zijn toegestaan.

Middelmatig breed; staartdracht normaal.

Middellang.

Strak met stevige, brede, elastische veren.

Kleurslagen:

Ø  Zwart, (dominant) rood en (dominant) geel;

Ø  Blauw zwartgeband, blauwzilver donker geband, roodzilver geband, geelzilver geband;

Ø  Blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver gekrast;

Ø  Blauw schimmel.

Kleur en tekening:

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

De kop en aan elke vleugel tenminste 6 aaneengesloten buitenste slagpennen wit. De verdere bevedering gekleurd, ook de binnenzijde van de kap. De koptekening bij voorkeur met een strakke lichte booglijn vanaf ca. 5 mm onder de snavel en onder het oog door naar de puntkap.

Gekrast met regelmatig vleugelpatroon. Blauwschimmel met banden.

Bij zwart en blauw gekleurde rug en staart; bij (dominant) rood en (dominant) geel wordt gestreefd naar een doorgekleurde buik; bij roodzilver gekrast en rood- en geelzilver geband een lichte rug en intensief gekleurde hals, borst en banden; de buikkleur en kleur van dedijen in overeenstemming met de schildkleur.

Bij (dominant) rood, (dominant) geel, roodzilver gekrast en rood- en geelzilver geband is een weinig kleur in het onderstaartdek en de onderstaart toegestaan.

Fouten:

 Te klein of te grof lichaam; schelpkap; snavelstip; onzuivere kleur; ernstige tekeningafwijkingen; harige veerstructuur.

Beoordeling:

ü  Algemeen voorkomen

ü  Type en stand

ü  Kop en kap

ü  Veerstructuur

ü  Kleur en tekening

ü  Snavelkleur

Ringmaat: 7 mm.

Toegevoegde raskenmerken

Deze duif heeft een levendig temperament, dat zich door eigenschappen als het tijdens de vlucht tegen elkaar klappen met de vleugels en bij de balts het in cirkels vliegen (draaien) door de doffer om de zittende duivin.

speciaalclub

duivenrassen

tuimelaars/hoogvliegers M-R