II.

Zwaangans wildkleur

 

 

 

Kleur en tekening van gent en gans

Kop: Een smal wit bandje scheidt de snavel met knobbel van de kopkleur.
Vanaf dit witte bandje loopt boven op de kop een donkerbruine, scherp begrensde streep die de achterzijde van de hals volgt tot aan de rug (aalstreep). Deze donkerbruine kleur is op de kop verbreed, zodat de ogen zich in dit gedeelte bevinden. Zijkanten van de kop, zijkanten en voorzijde van de hals tot de bovenzijde van de borst: grijsachtig buff.
Snavel en knobbel: zwart; snavelnagel: zwart.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart; oogranden: geel.
Rug: grijsbruin, elke veer roomwit gezoomd.
Vleugels: boeg en boog: grijsbruin, elke veer roomwit gezoomd.

Grote- en kleine stagpennen: grijsbruin.
Staart: staartstuurveren grijs met brede witte rand, staartdekveren lichtgrijs.
Borst: vaalbruin.
Buik: wit.
Flanken: grijsbruin, roomwit gezoomd.
Poten: oranjebruin, oranjegeel bij jonge dieren.

Ernstige fouten en fouten:
Afhankelijk van de ernst: afwijkende kleur; afwijkende aalstreep; afwijkende zoomkleur; te onscherpe zoming; te brede en niet scherp afgetekend wit bandje bij de snavel- en knobbelaanzet; te lichte pootkleur.