|
Granadino Kropper |
||||
|
c 07-20 |
E 343 |
|||
|
Land van oorsprong: Spanje, Cadiz (Andalusië, Granada). Algemeen voorkomen: Grote brede duif, iets opgerichte houding en goed ontwikkelde wratten. Raskenmerken: |
||||
|
Type Stand Kop Ogen
Oogranden Snavel Neusdoppen
Hals Kropvel
Borst Rug
Vleugels Staart Benen Bevedering |
Breed. iets opgerichte houding. Fors, afgeplat, hoekig. Oranjerood tot rood. Bij de witte kleurslag en bij witte koptekening zijn donkere ogen toegestaan. Breed, grof, vlezig; vurig rood en los van de neusdoppen. Kort, beide helften van gelijke sterkte. Bovensnavel iets overstekend. Goed ontwikkeld, vooral bij de doffers. Bovenwrat driehoekig met ruwe struc-tuur. Onderwratten bestaand uit een middenwrat en twee (kleinere) zijwratten. Stevig, middellang. Niet opgeblazen, vanuit de keel los voor de brede borst gedragen, peervormig, ruim, iets onder de borst uitkomend, nagenoeg ongeplooid. Breed. Breed, naar de staart versmallend en een rechte afhellende lijn met de staart vormend. Groot en breed, reikend tot het staarteinde. Vleugeldracht normaal. Kort met brede pennen. Staartdracht normaal. Middellang; voeten onbevederd. Glad en strak. |
|||
|
Kleurslagen: Ø Wit, zwart, rood, bruin, geel, aszilver en kaki; Ø Blauw zwartgeband, roodzilver geband, bruinzilver geband, geelzilver geband; Ø Blauw-, roodzilver-, bruinzilver- en geelzilver gekrast; Ø Blauw donkergekrast; Ø Blauw-, roodzilver-, bruinzilver- en geelzilverschimmel; Ø Zwartbont-, roodbont-, bruinbont-, geelbont- en blauwbont zwartgeband. |
||||
|
Kleur en tekening: Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van kleuren” in de NBS-standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver. Gebande met strakke intensief gekleurde banden. Bij de gebande is een lichtere rug toegestaan. Bij blauw zwartgeband kan een schimmel/krastekening voorkomen, dit wordt veroorzaakt door de sooty-factor. Is geen fout! De bonte kleurslag zonder vast patroon, de verdeling is 1/3 – 2/3. |
||||
|
Fouten: Te klein of te smal lichaam, te weinig actie; te kleine of te smalle kop; lange snavel; onvoldoende wratstructuur; afwijkende vleugeldracht, ook tijdens actie. Beoordeling: ü Algemeen voorkomen ü Type en stand ü Actie ü Kop ü Snavel en wratten ü Krop ü Ogen en oogranden ü Kleur en tekening Ringmaat: 9 mm. |
||||