Thüringer

c 08-17

Ras informatie

Oorsprong: Duitsland, ontstaan uit Klein Zilver, Rus en Groot Lotharingers. Later zijn er ook Vlaamse reuzen ingekruist.
Gewicht: 3 tot 4 kilo.


Kleuren: Madagascarkleurig, de konijnen zijn geelbruin en elke haar is donker aan het uiteinde.


Karakter: Vriendelijk en intelligent ras.


Bijzonderheden: Dit ras is vernoemd naar de streek, waar ze oorspronkelijk vandaan komen.


Een Thüringer als huisdier: In eerste instantie zijn Thüringers wat afwachtend, maar met geduld goed tam te maken. Eenmaal tam zijn het vriendelijke konijnen. Over het algemeen zijn ze intelligent en als ze goed tam zijn, kun je ze heel wat leren!

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

Fokkers Frisia

 

 

 

THÜRINGER

Genetische symbolen:

aBCDe

AbCDg

 (Int.)

(Duits)

aBCDe

AbCDg

Pos.

Onderdeel

Punten

1.

Gewicht

10 punten

2.

Type, bouw en stelling

20 punten

3.

Pels en pelsconditie

20 punten

4.

Kleurpatroon / uitmonstering

15 punten

5.

Dek- en buikkleur

15 punten

6.

Tussen- en grondkleur

15 punten

7.

Lichaamsconditie en verzorging

5 punten

 

TOTAAL

100 punten

 

 

Het land van oorsprong is Duitsland. Is in Nederland erkend in 1912

 

 

1. Gewicht : Het gewicht is 3,00 tot 4,00 kg.

Puntenschaal voor het gewicht:

 

Gew. (kg)

3,00 – 3,10

3,20 – 3,40

3,50 – 4,00

Punten

8

9

10

 

2. Type, bouw en stelling

Het type is matig gestrekt (typegroep B) met weinig hals. De bouw is goed gevuld in voor – en achterhand. De benen zijn fors en niet lang. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit, kaken en wangen. De oren zijn stevig van structuur met lepelvormige afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 11 – 13 cm, ideaal is 12 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.

Een geringe wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke dieren.

 

3. Pels en pelsconditie

De pels is van normale lengte, dicht ingeplant, rijk aan onderhaar en fijn van structuur

Pelsconditie: zie het algemeen gedeelte.

 

4. Kleurpatroon / uitmonstering

Het kleurpatroon bestaat uit de zwartachtige sluier, welke zich uitstrekt over snuit, oren, borst, onderste gedeelte van de schouders, flanken, achterhand, benen en bovenzijde staart. De sluierkleur verdunt zich op de flanken naar boven en is het krachtigst op snuit, bonen en oren. Het voorhoofd is lichter gesluiterd en toont zoveel mogelijk dezelfde kleur en waas als de dekkleur. De sluier is vrij van onderbreking, welke vaak aangetroffen wordt op borst, onderzijde schouders en dijen.

 

5. Dek- en buikkleur

De dekkleur is geelbruin. De dekharen zijn zwartachtig gepunt, waardoor een lichtzwarte waas op het dek aanwezig is. De voetzolen zijn licht (grijsachtig) gekleurd. De buikkleur is krachtig zwartachtig en egaal van kleur. De onderzijde van de staart volgt de buikkleur zoveel mogelijk. De onderzijde van de staartpunt mag iets lichter gekleurd zijn. De oogkleur is donkerbruin. De nagels zijn donkerhoornkleurig. De snorharen zijn zwartachtig gekleurd.

 

6. Tussen- en grondkleur

De tussenkleur is geel en strekt zich zoveel mogelijk naar de haarbasis uit. Hoe dieper het geel zich naar de haarbasis uitstrekt hoe beter. De grondkleur is crème tot wit. Bij voorkeur crème. De grondkleur aan de buik is crème.

 

7. Lichaamsconditie en verzorging : Zie algemene gedeelte.

 

Lichte fouten

Geringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets zwak gekleurde sluier. Iets onregelmatige sluier. Iets zwakke voorbeenkleur. Iets donker gekleurd voorhoofd. Iets zwakke oorkleur. Enkele witte haren. Iets rode dekkleur. Iets onregelmatige dekkleur. Iets ongelijke dekkleur. Iets weinig waas. Iets sterke waas. Iets lichte buikkleur. Iets onregelmatige buikkleur. Onderzijde staart iets lichtgekleurd. Iets lichte oogkleur. Iets lichte nagelkleur. Enkele witte snorharen. Iets donkere tussenkleur. Iets smalle tussenkleur.

Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.

 

Zware fouten

Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te zwak gekleurde sluier. Te onregelmatige sluier. Geheel donker gekleurd voorhoofd. Te veel witte haren. Te rode dekkleur. Te onregelmatige dekkleur. Te ongelijke dekkleur. Te sterke waas dek. Te lichte buikkleur. Onderzijde staart te licht gekleurd. Te lichte oogkleur. Te lichte nagelkleur. Te veel witte snorharen. Te donkere tussenkleur. Te smalle tussenkleur. Blauwe grondkleur dek. Blauwe grondkleur buik.

Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.

speciaalclub

Overzicht konijnenrassen

projectCH2018