20.

Blauw (effen) (intermediair verervend)

c 03-17

 

 

Kleur van woerd en eend
Gevederte: over het gehete lichaam éénkleurig, helder grijsachtig blauw, met uitzondering van kop, hals en stuit welke iets donkerder grijsblauw zijn. Geringe donkere kleurspatten toegestaan. De veerschachten hebben dezelfde kleur als het gevederte.
Snavel: woerd: groenachtig tot blauwgroen; snavelnagel: zwart, eend: donker leiblauw; snavelnagel: zwart.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart.
Poten: woerd: zwart met enige oranje weerschijn. eend: zwart.

Ernstige fouten bij woerd en eend:
Sterk ongelijke kleur, veel te donkere of veel te lichte kleur; roestbruine aanslag; veel zwarte veergedeelten; afwijkende snavel- en pootkteur.
Fouten bij woerd en eend:
Bovenstaande ernstige fouten in mindere mate voorkomend; lichte schachten; te Iichte kleur van de grote slagpennen.