4.

Zilver wildkleur

c 03-17

 

Kleur en tekening van de woerd
Kop: glanzend groen.
Snavel: groenachtig, enige donkere aanslag toegestaan; snavelnagel: zwartachtig.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart.
Hals: groen, door een scherp begrensde, smalle witte halsring, welke de hals geheel omsluit, afgescheiden van de borstkleur.
Vleugels: boeg en boog: bruin tot crèmekleurig, lichtgrijs gezoomd. Bovenste kleine slagpennen: grijsachtig bruin.
Kleine slagpennen: lichtcrème, vanaf de begrenzing met de vleugelbandveren naar het einde glanzend groenblauw, daarna een zwarte- en eindigend in een smalle witte, band. Deze banden vormen tezamen de vleugelspiegel.

Vleugelbandveren: bruinachtig zwart, aan het einde van de veer voorzien van een helder witte omzoming, welke de bovenste spiegelzoom vormt.
Grote slagpennen: binnenvaan lichtcrème, buitenvaan bruin tot grijsbruin.
Rug: bovengedeelte grijs vermengd met bruin, elke veer witgezoomd, naar de staart toe, aan het einde van de romp overgaand in groenglanzend zwart.
Staart: donker grijsbruin, afgezet met een witte rand. Staartdekveren en Iokken groenglanzend zwart met een purperen weerschijn. Onderzijde van de staart zwart.
Borst: glanzend roodbruin. De borstkleur loopt door tot op de flanken, alwaar deze witgezoomd is.
Buik: zilvergrijs.
Flanken: bovenzijde lichtgrijs, naar beneden overgaand in zilvergrijs, zeer fijn getekend met donkere golvende lijntjes.
Poten: diep oranje.
Kleur en tekening van de eend
Kop:
 bruin met twee lichte strepen, één boven en één onder het oog en lopend van de snavel tot voorbij het oog (teugelstrepen).
Snavel: oranjebruin; snavelnagel: zwartachtig.
Ogen: donkerbruin; pupil: zwart.
Hals: bruin, aan de onderkant scherp afgescheiden van de lichte kleur van de bovenborst.
Vleugels: boeg en boog: crèmewit met bruine tekening. Bovenste dekveren: crèmewit met scherpe lichtbruine tekening.

Bovenste kleine slagpennen: licht grijsachtig bruin, naar het einde van de veer overgaand in grijsachtig crèmewit.

Kleine slagpennen: crèmewit, vanaf de begrenzing met de vleugelbandveren naar het einde van de veer helderblauw, daarna een smalle zwarte- en eindigend in een smalle witte band, welke tezamen de vleugelspiegel vormen. Vleugelbandveren: grijsachtig bruin, aan het einde
van de veer voorzien van een helder witte omzoming, welke de bovenste spiegelzoom vormt. 

Grote slagpennen: licht crème.
Rug: crèmewit met donkerbruine tekening, de stuit is bruin gevlekt.
Staart: lichtbruin, afgezet met een witte rand. Onderzijde van de staart als bulk.
Borst: crèmewit met niet te zware donkere tekening.
Buik: crèmewit tot wit.
Flanken: grondkleur crèmewit met donkerbruine kleurspatten. De donkere tekening mag de grondkleur niet overheersen.
Poten: oranje.